Historie Landgoed Ekenstein
Borgen, Landhuizen
De borg Nittersum (1669) bij Stedum van de Amsterdamse architect Vingboons, is de laatste “echte” borg die in Groningen gebouwd werd. Daarna werden in Groningen alleen nog landhuizen gebouwd, waarvan sommige nog als borgen beschouwd worden. De meeste van die landhuizen stonden in de veenkoloniën, als buitenplaats voor de kapitaalkrachtigen. Ekenstein (1648) is een van de twee landhuizen die in de Ommelanden bij Tjamsweer verrezen. Het andere is het naast Ekenstein gelegen Rusthoven (1686).
Dokter Johan Eeck
Beide landhuizen zijn gesticht door de familie Eeck. De stichter van Ekenstein was dokter Johan Eeck, zoon van houtkoper Tjaart Eeck en zijn echtgenote Johanna Bernards uit Farmsum. De dokter was de eerste bewoner van het huis, dat 75 jaar in de familie bleef. Johan Eeck studeerde en promoveerde aan de Academie in Groningen. Hij werd Secretaris der Stad, later van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten. Hij is burgemeester van de stad Groningen geweest, evenals zijn zoons Sicco en Johan. Op gedenkstenen in de Der Aa-kerk in Groningen kunt u hun namen vinden.
“Fraai huis”
In 1723 werd het landhuis Ekenstein gerechtelijk verkocht met 32 grazen land. De omschrijving luidt dan: “Een fraai huis. Onder en bovenkamers en kelder, aparte kamer, keuken, meierskamer, schuurtje, loopstal, met de hoven, grachten, singels, bomen en plantages, konijnholenbergje met elderen beplant en de parken in het achterste hof met stenen opgezet, alles met stenen, straten, vermuurd en onvermuurd (excempt de zerken beelden) met poorten en muren, staketsels en afschuttingen, zijnde tevoren alleen 12 grazen bij de borg gebruikt en de andere 20 onder een huis dat afgesleten is beklemd, echter nu alle vrije landen”. Deze beschrijving geeft de indruk dat Ekenstein een fraai landgoed was. Na deze gerechtelijke verkoop waren van 1724 tot 1754 de doopsgezinde families Doornbos en Modderman bezitters van Ekenstein.
Jonkheer Alberda van Ekenstein
In 1754 werd Onno Joost Alberda van de borg Scheltema-Nijenstein eigenaar. Hij was getrouwd met Anna Maria Hora van de Ennemaborg in Midwolda. De nieuwe eigenaar noemde zich voortaan jonkheer Onno Joost Alberda van Ekenstein. De Alberda’s, één van de oudste adellijke families in ons land, kwamen oorspronkelijk uit ‘t Zandt. Daar stond hun stamhuis, de Alberdaheerd, wat later de borg “het Alberdahuis” werd.
Verbouwingen
Aan het einde van de 18e eeuw werd Ekenstein vergroot, verfraaid en voorzien van water rondom. Een gedenksteen in één van de muren vermeldde: “Aedificata 1648, Ampliata 1772″. Dit betekent “Gesticht 1648, vergroot 1772″. Het landgoed bleef eeuwen familiebezit van de Alberda’s van Ekenstein. In 1827 werd het park aangelegd volgens een ontwerp in Engelse landschapstijl van stadshovenier Lucas Pieter Roodbaard. De boerderij van het landgoed was gevestigd in Het Schathoes. Willem Carel Alberda liet het landhuis in 1870 in neogotische stijl verbouwen. Hij gebruikte delen van afgebroken borgen. Zo bouwde hij een ridderzaal aan en liet hij het gevierendeelde wapen van Mello Alberda, heer van Nijenstein en het wapen van Joan Lewe van Middelstum in de muren van Ekenstein metselen. De gebrandschilderde ramen in de bibliotheek komen uit verschillende Groningse kerken. Het interieur en het exterieur van Ekenstein zien er nog steeds zo uit als na die verbouwing.
Neogotische Ridderzaal
In de neogotische ridderzaal vindt u de authentieke houten schouw, gebrandschilderde ramen en een kroonlijst met gotisch “maaswerk”, dat een cassettenplafond draagt dat meer uit de renaissance stamt dan uit de gotiek. Het plafond bleek na een schoonmaakbeurt prachtig licht turquoise van kleur te zijn, slechts door verwaarlozing bruin geworden. Aan het plafond hangt dezelfde kaarsenkroon van hertengeweien als in 1870, ontleend aan 16de-eeuwse Duitse interieurs. Ook het buffet, waarvan de deuren naar de smaak van die tijd voorzien zijn van spiegels, is bewaard gebleven, en een armleunzetel. In de zaal heeft rond 1880 waarschijnlijk de avondmaalstafel uit de kerk in Wirdum gestaan.
Een bijzonderheid in het aangrenzende restaurant is de 18e eeuwse antieke inbouwkast, die geschonken is door jonkheer meester J.W. van Iddekinge, die hem gekregen had van freule Iddekinge-Alberda van Ekenstein.
Jachtkamer
In de fraaie jachtkamer van landgoed Ekenstein ontving de vroegere bewoner jonkheer Alberda van Ekenstein zijn gasten. De kamer is uniek door zijn authentieke sfeervolle wandschilderingen op linnen, op alle vier muren. De schilderingen verbeelden decoratieve landschappen en jachttaferelen.
Hotel en recreatieoord
In 1946 kocht de gemeente Appingedam het inmiddels verwaarloosde Ekenstein. Het werd ingericht als hotel en recreatieoord. Onder deskundige leiding werden het park opgeknapt, de vijvers uitgediept en een hertenkamp aangelegd. Achtereenvolgens werden volières gebouwd; een kinderboerderij; een caviastad en een speeltuin. In 1957 werd het volledig gerestaureerde Schathoes als restaurant voor groepen in gebruik genomen.
Ekenstein nu: comfort en rust in een monumentaal landhuis
Na een kortstondige overname van het ABP kocht in 1989 de familie Pels het landgoed. Nu, ruim 350 jaar oud, is landgoed Ekenstein een uitmuntend familiehotel en vergadercentrum. Gelegen in een rustgevend park in de originele stijl en grenzend aan het Damsterdiep, bieden het authentieke landhuis Ekenstein en het Schathoes een comfortabel onderkomen voor “even ertussenuit” en voor het houden van congressen, vergaderingen en partijen. Op afstand van het landhuis bevinden zich een speeltuin, hertenkamp en een kinderboerderij.